Artikel 10 - Nadere toelichting en nader verweer
1
.
Het
verweer
wordt
in
kopie
toegezonden
aan
de
Ombudsman,
die
een
kopie
daarvan
zendt
aan
de
Opdrachtgever.
Tenzij
de
Ombudsman
van
mening
is
dat
hij
over
voldoende
informatie
beschikt
om
uitspraak
te
doen,
wordt
de
Opdrachtgever
door
de
Ombudsman
in
de
gelegenheid
gesteld
binnen
vier
weken
een
schriftelijke
nadere
toelichting
te
geven
op
de klacht en het verweer.
2
.
Indien
na
vier
weken
niet
is
gereageerd
op
het
verzoek
van
de
Ombudsman,
stuurt
de
Ombudsman
een
herinnering,
waarbij
de
Opdrachtgever
nogmaals
vier
weken
de
gelegenheid krijgt om zich te verweren.
Indien
dan
nog
niet
is
gereageerd,
zal
de
Ombudsman
aan
de
Ondernemer
vragen
of
deze
in dit geval prijs stelt op een bindend advies of niet.
Als
de
Ondernemer
een
bindend
advies
niet
op
prijs
stelt
is
daarmee
de
klachtenprocedure
geëindigd.
Als
de
Ondernemer
in
dit
geval
wel
een
uitspraak
in
bindend
advies
wenst,
zal
deze
worden
gedaan
op
basis
van
de
feiten
en
omstandigheden
zoals
deze
gedurende
de
procedure
aan
de Ombudsman bekend zijn geworden.
3
.
De
nadere
toelichting
wordt
door
de
Ombudsman
in
kopie
toegezonden
aan
de
Ondernemer
die
daarbij
in
de
gelegenheid
wordt
gesteld
binnen
vier
weken
een
schriftelijk
nader verweer bij de Ombudsman in te dienen.
Indien
na
vier
weken
geen
schriftelijk
nader
verweer
is
ontvangen
door
de
Ombudsman,
stuurt
de
Ombudsman
een
herinnering,
waarbij
de
Ondernemer
nogmaals
vier
weken
de
gelegenheid krijgt om zich schriftelijk nader te verweren.
Indien
de
Ombudsman
dan
nog
geen
schriftelijk
nader
verweer
van
de
Ondernemer
heeft
ontvangen,
zal
de
Ombudsman
een
uitspraak
in
bindend
advies
doen
op
basis
van
de
feiten
en omstandigheden zoals die op dat moment uit het dossier bekend zijn.
4
.
De
Ombudsman
is
bevoegd
bij
de
toezending
van
de
klacht,
het
verweer,
de
nadere
toelichting,
het
nader
verweer
of
een
mondelinge
behandeling
vragen
te
stellen
aan
de
betreffende
partij
dan
wel
om
aanvullende
stukken
verzoeken.
De
betreffende
partij
is
verplicht
de
vragen
te
beantwoorden
of
de
Ombudsman
de
gevraagde
stukken
ter
hand
te
stellen, voor zover dat in zijn macht ligt.
5
.
Indien
de
Ombudsman
dit
nodig
acht
worden
partijen
opgeroepen
teneinde
mondeling
te
worden
gehoord.
Van
de
mondelinge
behandeling
wordt
een
schriftelijk
verslag
gemaakt
dat
in kopie aan partijen wordt verstrekt.
6
.
De
Ombudsman
kan
partijen
op
hun
verzoek
toestaan
getuigen
of
deskundigen
naar
de
mondelinge
behandeling
mee
te
nemen
teneinde
deze
door
de
Ombudsman
te
doen
horen.
De
namen
en
adressen
van
de
betreffende
getuigen
of
deskundigen
dienen
uiterlijk
één
week voor de mondelinge behandeling aan de Ombudsman te worden verstrekt.
7
.
De
Ombudsman
kan
indien
hij
dit
nodig
acht
zelf
inlichtingen
inwinnen,
bijvoorbeeld
door
het
horen
van
getuigen
en
deskundigen.
Dit
kan
mondeling
of
schriftelijk
plaatsvinden.
Partijen
worden
voorafgaand
aan
het
mondeling
horen
van
een
getuige
of
deskundige
hiervan
in
kennis
gesteld
en
in
de
gelegenheid
gesteld
bij
dit
horen
aanwezig
te
zijn,
dan
wel
vooraf
schriftelijke
vragen
voor
de
getuige
of
deskundige
in
te
dienen,
die
door
de
Ombudsman
aan
de
orde
zullen
worden
gesteld,
indien
deze
relevant
zijn.
Van
de
mondelinge
behandeling
wordt
een
schriftelijk
verslag
gemaakt
dat
in
kopie
aan
partijen
wordt verstrekt.
De
Ombudsman
kan
ook
schriftelijk
inlichtingen
inwinnen
bij
getuigen
of
deskundigen.
Beide
partijen
worden
hieraan
voorafgaand
in
de
gelegenheid
gesteld
om
hun
vragen
aan
de
getuige
of
de
deskundige
schriftelijk
aan
de
Ombudsman
kenbaar
te
maken.
Deze
vragen
zullen
door
de
Ombudsman,
indien
relevant,
worden
gevoegd
bij
de
eigen
vragen
van
de
Ombudsman.
De
gegeven
verklaringen
zullen
door
de
Ombudsman
in
kopie
aan
partijen
worden
gestuurd.
De
Ombudsman
is
niet
gebonden
aan
hetgeen
door
de
getuige
of
deskundige
is
verklaard.
8
.
Nadat
aan
het
bepaalde
in
de
voorgaande
leden
uitvoering
is
gegeven,
sluit
de
Ombudsman
het
onderzoek
en
doet
hij
zo
mogelijk
binnen
vier
weken
nadien
schriftelijk
uitspraak.
© Stichting Ombudsman Mediation 2024 - KvK: 80849350 - Gouda